Cookie beleid Quick 1888

De website van Quick 1888 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Algemene informatie

Algemene informatie

Bekijk hier het promofilmje 'Wat is cricket?' met commentaar van Jack van Gelder

The King of Sports

Cricket heeft de reputatie van een ingewikkelde en moeilijk toegankelijke sport voor liefhebbers van een kopje thee.
In werkelijkheid is cricket een sport is die veel vraagt van lichaam en geest, waarin de beoefenaren getest worden op hun snelheid, timing, kracht, tactisch inzicht en uithoudingsvermogen.

De sport

Cricket is een balsport waarbij punten worden gescoord door heen en weer te lopen tussen wickets. De sport heeft zijn oorsprong in Engeland en is zeer populair in de landen van het Britse Gemenebest.
Cricket heeft geen spelregels. In plaats daarvan zijn er 42 wetten. De wetten zijn oersimpel, met uitzondering van de uitzonderingen. 

Het veld

Het cricketveld is min of meer rond en wordt afgebakend door een polsdik touw dat in het gras ligt. Verplichte afmetingen voor het veld zijn niet vastgesteld maar een doorsnede van ongeveer 140 meter is gebruikelijk. In principe dienen zich op het veld niet te veel obstakels te bevinden - één of twee bomen is geen bezwaar maar het moet niet te gek worden.

Midden op het veld is het gras extreem kort gemaaid. De op die manier ontstane rechthoek wordt het wicket of de pitch genoemd. De afmeting van het wicket is 20,12 bij 3,05 meter.

Aan de korte zijden van het wicket bevinden zich kniehoge houten constructies die, verwarrend genoeg, eveneens wickets worden genoemd. Deze wickets bestaan uit drie rechtopstaande paaltjes die met zodanige tussenruimte op een rijtje zijn gezet dat de bal niet tussen de uitsparingen door kan. De paaltjes heten stumps. De toppen van de stumps worden overbrugd door twee kleine houtjes die bails worden genoemd. De zo ontstane constructie is zo labiel dat de bails al bij een geringe aanraking van het wicket op de grond vallen. Dat is dan ook de bedoeling.

Vóór elk van de beide wickets bevindt zich een lijn die de crease wordt genoemd.

De wedstrijd

Een professionele cricketwedstrijd verloopt ongeveer als volgt.

Om een uur of elf in de ochtend wordt het veld door vijftien mensen betreden. Twee van hen zijn scheidsrechters, herkenbaar aan hun witte jassen. Een van hen stelt zich op achter een van de wickets. De ander houdt vanaf de zijkant het tweede wicket in het oog.

Twee spelers stellen zich op bij de wickets. Zij zijn leden van de slagploeg en vormen het eerste partnership van de wedstrijd. Elk van hen heeft de beschikking over een van wilgenhout vervaardigd slaghout of bat. Tevens zijn beiden uitgerust met beschermende kleding. Helm en beenbeschermers zijn voor de slaglieden geen overbodige luxe omdat cricketballen erg hard zijn: ze worden vervaardigd door een kern van kurk stevig met touw te omwikkelen en daaromheen een leren buitenlaag te naaien.

De overige elf cricketers nemen posities in het veld in. Een van hen springt in het oog omdat hij grote handschoenen draagt en zich pal achter een van de wickets opstelt. Dit is de wicketkeeper. Een ander valt op omdat hij driftig met een bal over zijn dijbeen wrijft. Hij is de werper of bowler. De rest van de veldspelers is voor het ongeoefende oog een stuk minder actief. Sommigen staan helemaal aan de rand van het veld en lijken zich stierlijk te vervelen. Dit zijn spelers die later aan de beurt komen om te bowlen, of lieden van wie bekend is dat ze erg slecht zijn in het vangen van de bal. Zij staan slechts opgesteld omdat ze goed kunnen batten. In het veld houden ze zich meestal bezig met het uitdelen van handtekeningen en het amuseren van het publiek.

Bij aanvang van het spel gooit de bowler de bal in de richting van het tegenover gelegen wicket. Hij mag dit zes keer achter elkaar doen. Daarna roept de scheidsrechter 'Over!'. Een serie van zes worpen wordt daarom een over genoemd. Na afloop van een over mag een collega-bowler vanaf de andere zijde bowlen. Deze procedure zet zich voort tot het donker is. Af en toe wordt er gepauzeerd om thee te drinken.

De taak van de batsmen is ondertussen om niet uit te raken. Een batsman is uit indien de bal zijn wicket raakt en minstens één van de bails op de grond valt. Ook wanneer een bal die hij wegslaat wordt gevangen, is de batsman uit. Slaagt de batsman er echter in om de bal veilig weg te meppen dan kan hij vervolgens een punt, ofwel een run, scoren door met zijn slagpartner van plaats te wisselen. Beide spelers moeten daarvoor dus de lengte van het wicket overbruggen. De wickets hebben bij zo'n poging dezelfde functie als bij honkbal de honken: wanneer de veldploeg erin slaagt om een wicket met de bal om te kegelen terwijl de slagman de bijbehorende crease nog niet heeft bereikt, dan is deze slagman uit.

Doordat de beide batsmen in de loop van het spel van plaats kunnen wisselen en er bovendien na elke over vanaf de andere zijde wordt geworpen, zijn de batsmen afwisselend aan slag. Een batsman die uit is, wordt vervangen door een teamgenoot. Wanneer alle-slaglieden-op-één-na op deze wijze uit zijn gemaakt, kan er geen parnership meer worden gevormd en is de innings of slagbeurt voorbij. De andere ploeg komt vervolgens aan slag en wanneer die ook allemaal-op-één-na uit zijn, wordt de partij die de meeste runs heeft gescoord als winnaar aangewezen. Let wel: dit is het principe. In de praktijk zijn er diverse manieren om volgens dit principe cricketwedstrijden te spelen. Het is bijvoorbeeld niet nodig om je slagbeurt helemaal af te maken wanneer je toch al meer runs dan je tegenstander hebt gescoord. Ook zijn er diverse systemen bedacht om te voorkomen dat een cricketwedstrijd meerdere weken gaat duren.

Behalve de manieren die hierboven werden genoemd, zijn er nog enkele voorbeelden van uitzonderlijk domme dingen die een batsman kan doen om uit te raken. Deze zijn van de orde 'op je eigen wicket gaan zitten' of 'je eigen stumps omslaan' en komen zelden voor. Wel veelvoorkomend is daarentegen een van de meest controversiële manieren om uit te geraken: door een zogenaamde lbw (spreek uit als elbiedobbeljoe): 'leg before wicket'.

Een slagman gaat lbw wanneer hij een bal tegen zijn lichaam krijgt. Een bal die het wicket sowieso niet geraakt zou hebben, mag echter gerust met het lichaam worden opgevangen. Of de bal op het wicket afkoerste en dus lbw-waardig is, is ter beoordeling van de scheidsrechter.

Een batsman is overigens pas uit indien hij ofwel na een begane blunder zelf het veld verlaat, ofwel nadat de veldploeg aan de umpire of scheidsrechter om een beslissing vraagt. Zo'n verzoek heet een appeal en kan door elke veldspeler aan de scheidsrechter worden gedaan door de vraag: "How's That?" ( vrij te vertalen als "Wat denk je ervan?".) Afhankelijk van het belang van de wedstrijd en de nationaliteit van de appealer wordt dit ook wel uitgesproken als: "Howzaaaat?!" of "HwzaaaaaaAAAGH???!!!"

Indien de scheidsrechter vaststelt dat een speler volgens de wetten uit is terwijl niemand van de spelers het opmerkt, houdt deze zich afzijdig. Wanneer een scheidsrechter een appeal honoreert, doet hij dat door zijn wijsvinger op te steken. Wanneer hij vindt dat de speler niet uit is, doet hij niks of hij mompelt "Not out".

Als een batsman uit is en dit overduidelijk is voor allen en hij vertrekt niet uit zichzelf, wordt er gezegd "that's not cricket". Dit is een algemene uitdrukking geworden voor onsportief gedrag.

Een ander gebaar dat de scheidsrechter kan maken is het horizontaal heen en weer bewegen van de hand. Hij geeft hiermee aan dat de batsman de bal buiten het veld heeft geslagen. De batsman hoeft nu niet heen en weer te lopen tussen de wickets maar krijgt automatisch vier runs toegekend. Het publiek juicht en zwaait met bordjes waarop een grote vier staat afgedrukt.

Nog spectaculairder is een bal die in één keer buiten het veld wordt geslagen zonder dat hij binnen het veld heeft gestuiterd of gerold. Zo'n slag is zes runs waard. Er bestaan eveneens bordjes voor en ook een gebaar van de umpire met beide handen omhoog.

Behalve voor deze fours en sixes (ook wel boundaries genoemd) zijn er nog talrijke andere prestaties in een cricketwedstrijd die het publiek en medespelers applaus ontlokt. Bijvoorbeeld als een batsman 50 runs of zelfs een veelvoud daarvan bereikt, als beide batsmen samen een veelvoud van 50 runs hebben gescoord, als de teamscore op een veelvoud van 50 runs is gekomen of als de bowler een zogenaamde maiden heeft gebowld, een over zonder dat er een run is gescoord.

Omdat binnen het cricket iedere geworpen en geslagen bal nauwkeurig wordt geregistreerd kan er ook worden gejuicht wanneer de batsman bijvoorbeeld de vijfduizendste run van zijn carrière maakt. Eigenlijk wordt er tijdens elke cricketwedstrijd wel weer een mijlpaal bereikt die het waard is om gevierd te worden. Zo wordt de lange tijd die een wedstrijd duurt overzichtelijker gemaakt en heeft het publiek altijd wat te doen.

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!